Twijfel, nieuwsgierigheid en verwondering; gevoelens die ons doen vragen naar de waaroms in onze wereld. Niet alleen nu, maar ook eeuwen geleden. Waar mythes de mysteries van onze wereld konden verklaren. Deze mythologische verklaringsmethode is kenmerkend aan de Oud Griekse periode voor de zesde eeuw v.Chr. en is ook de periode waar onze zoektocht naar ware kennis begint.
Toch moet ik er op wijzen dat dit artikel gaat over de geschiedenis van het westers denken. Ik wil dus zeggen dat dit niet de enige manier is hoe ons denken en verklaren geëvolueerd is in de geschiedenis. Maar voor het begin van de Westerse filosofie en ook wetenschap, moeten we terug gaan naar een wereld waar normen en waarden sacraal gefundeerd waren en mondeling werden overgebracht door mythes. De mens had een nood aan uitleg voor dingen maar in plaats van een rationele of logische verklaring die we nu zoeken, werd de uitleg ontleend aan de chaotische natuurkrachten die gerepresenteerd werden door de goden. Deze verhalen waren plaatsgebonden en verschillend van streek tot streek, van dorp tot dorp, en zelfs van cultuur tot cultuur. Dit is tegelijk de problematiek die de mythologische verklaringsmethode met zich meeneemt. Ieder volk had namelijk zijn eigen verklaring voor de dingen en deze verschillende standpunten konden elkaar tegenspreken.
Die diversiteit van verhalen speelt een belangrijke rol in deze geschiedenis want het besef dat ieder volk een andere overtuiging had over de dingen, bracht een mentaliteitsverandering met zich mee. Want als iedere cultuur, plaats en volk een eigen waarheid had, wat was dan de ware waarheid? Welke kennis was hier de ware kennis? Zo zien we in de loop van de zesde eeuw v.Chr. dat er nood was voor homogenisering (gelijkmaking) van de kennis. Er ontstond dus de nood naar een nieuw verklaringssysteem. Een dat niet gebonden was aan lokale tradities en mythes, maar die universele inzichten bracht en door iedereen correct verstaan kan worden. Dit is het moment waar mythos (mythe), logos (logica) wordt. Vanaf nu ging men op zoek naar rede, een rationele verklaring voor de dingen. Deze overgang benoemen ze in de geschiedenis vaak als ‘het Griekse wonder’. De kritische houding tegenover de mythes en de omhelzing van de logos is het begin van de Westerse filosofie en wetenschap (toen nog dezelfde discipline).
Natuur werd dus vanaf nu gescheiden van de sacrale (religieuze) wereld en men zoekt nu naar een universele verklaring. Dit maakt dat de mysteries van de natuur ons nog niet duidelijk waren. Nieuwe geleerden of Sofio kwamen in beeld. Ze hielden zich bezig met het verklaringen van natuurverschijnselen. Dit deden ze op empirische wijze, dus via observatie waarna ze de gegevens gebruikten om verder op na te denken, of te redeneren. Deze geleerden, later in de geschiedenis als natuurfilosofen benoemd, keerden zich dus compleet tegen de mythologische verklaring.
Thales Van Milete is een van deze denkers. Hij had enorm veel astronomische en wiskundige kennis, zo zou er een voorspelling van een zonsverduistering op zijn naam staan en kennen we hem natuurlijk van de ‘stelling van Thales’ in de wiskunde. Ook wordt hij in de geschiedenis als een van de eerste natuurfilosofen beschouwd. Dit omdat hij ook een van de eerste was de een zuivere natuurkundige verklaring voor het ontstaan van onze wereld gaf. Voor hem was, net zoals bij de andere natuurfilosofen, ware kennis gebaseerd op observatie. Want als ik het ken, geobserveerd heb, moet het er ook zijn. Als ik de kleur rood zie, moet rood ook bestaan. Door verder te redeneren op die waargenomen gegevens zouden we de ware kennis van het universum ontdekken. Zo kunnen we uit zijn redenering halen, dat de oerstof van onze wereld, de aarde, namelijk water of meer specifiek vocht was. Want uit zijn eerdere observaties bleek dat water, duidelijk faseveranderingen kon ondergaan zoals veranderen naar ijs, mist, nevel, damp,…
Het zoeken naar de oerstof was kenmerkend voor de natuurfilosofen en dit met een verklaring die gefundeerd kan worden door eigen observaties. Natuurlijk is dit nu niet meer de exacte methode die we gebruiken om naar kennis te zoeken en al zeker niet in de wetenschap. Maar we zien hier hoe dat de basis gelegd werd voor onze huidige methodes en dat we nog altijd verwonderd zijn over dezelfde vragen als eeuwen geleden. Hier is het kritisch denken en het logisch redeneren in onze cultuur begonnen. Het is nu onze beurt om deze zoektocht naar ware kennis verder te zetten!
Door: Lore Van Houte
Bronnen:
Braeckman, Antoon, Raymaekers Bart en Gerd Van Riel, Wijsbegeerte (Tielt 2010).
Herman Simissen, ‘Wat is filosofie?’ in: Oriëntatiecursus cultuurwetenschappen. Duizelingwekkend: Europese cultuur rond 1900 (Heerlen 2016) 279-291.
0 reacties